CBS/
Armoedemonitor |
Formele naam |
: Minimahuishoudens per wijk,
stadsdeel en in totaal |
Bronhouder |
: CBS |
Actualiteit |
: 2018 |
Vernieuwing data |
: 2021 (over het jaar 2019) |
Geografisch niveau |
: wijk, stadsdeel |
Periodiciteit |
: jaarlijks of tweejaarlijks |
Omschrijving
Deze armoedemonitor beschrijft de samenstelling van de
minimahuishoudens in de gemeente Den Haag en het gebruik van gemeentelijke
inkomensregelingen door deze minimahuishoudens. Het CBS beschikt over inkomensgegevens
waarmee de doelgroep minimahuishoudens volledig in beeld kan worden gebracht.
De gemeente Den Haag heeft daarom in de Remote Access omgeving van het CBS
samen met het UDC/Den Haag gewerkt om voor het jaar 2018 gegevens over het
gebruik van gemeentelijke regelingen te koppelen aan de inkomensgegevens van
het CBS.
De tabellen beschrijven huishoudenspopulaties die zijn afgebakend
aan de hand van het besteedbaar jaarinkomen van het huishouden. Dit
huishoudensinkomen is uitgedrukt als percentage ten opzichte van het
beleidsmatig minimum. De diverse regelingen kunnen verschillende
inkomensgrenzen als toegangscriterium hanteren, waarbij de geldende
inkomensgrenzen zijn vastgesteld in het beleid van de gemeente. In de tabellen
zijn de volgende inkomensgrenzen ten opzichte van het beleidsmatig minimum
opgenomen: 105%, 110% en 130%. Waar van toepassing is vermeld als de populatie
verder is afgebakend naar langdurig (3 jaar of langer) laag inkomen ten
opzichte van de geldende inkomensgrens. Om te bepalen of een huishouden tot
deze populatie behoort, is gekeken of de hoofdkostwinner (of eventuele partner)
een volledig jaarinkomen heeft gehad en niet afhankelijk is geweest van
studiefinanciering. Bovendien moet de hoofdkostwinner tot een particulier huishouden
hebben behoord.
De gemeente Den Haag heeft een bestand aangeleverd met personen
die in 2018 gebruik hebben gemaakt van de gemeentelijke regelingen voor
minimabeleid. Per persoon is weergegeven van welke specifieke regeling(en) de
persoon gebruik heeft gemaakt. De volgende regelingen zijn aangeleverd:
-
Ooievaarspas
-
Leergeld – totaal
-
Leergeld – schoolspullen
-
Tegemoetkoming ouderbijdrage
-
Minimapolis
-
Individuele inkomenstoeslag
-
Bijzondere bijstand
-
Fonds chronisch zieken en gehandicapten
De personen uit het bestand van de gemeente zijn aan de
inkomensbestanden van 2018 van het CBS gekoppeld.
Nauwkeurigheid
In dit onderzoek is gebruik gemaakt van integrale gegevens over
inkomens en vermogens van huishoudens. Om betrouwbare informatie over
personen/huishoudens weer te geven, zijn de cijfers afgerond op honderdtallen.
Percentages zijn afgerond op hele percentages.
NB: het aantal minimahuishoudens is bepaald op basis van de
'doelpopulatie sociaal minimum'. Dit zijn particuliere huishoudens, exclusief
studentenhuishoudens en institutionele huishoudens, met het gehele jaar een inkomen.
Ter referentie is ook het totaal aantal huishoudens opgenomen, dit zijn alle
particuliere huishoudens (exclusief institutionele huishoudens) met een
waargenomen inkomen gedurende het jaar.
Opmerkingen bij interpretatie van bereikscijfers
Het
bereik is het aantal toekenningen afgezet tegen de totale doelgroep van de
betreffende regeling. Bij het vaststellen van het bereik is zoveel mogelijk
aangesloten bij de gemeentelijke uitvoeringspraktijk. Zo gaan we bij de doelgroepbepaling uit van het maximale vermogen waarbij men
nog in aanmerking komt voor bijstand, is rekening gehouden met doelgroepkenmerken (zoals de aanwezigheid van kinderen in
een bepaalde leeftijd) en uiteraard met de inkomensgrens om in aanmerking te
komen voor de regeling.
Voor
de meeste minimaregelingen kunnen de doelgroepen met CBS-gegevens
geïdentificeerd kunnen worden. Het gaat dan om de Ooievaarspas, het kindpakket, de tegemoetkoming ouderbijdrage, de Haagse
zorgverzekering en de individuele inkomenstoeslag. Voor andere regelingen
gelden ingangscriteria die niet (volledig) beschikbaar zijn bij het CBS. Het
gaat dan om de kwijtschelding voor gemeentelijke belastingen (strengere
inkomens- en vermogenseisen), de tegemoetkoming voor chronisch zieken en
gehandicapten (hier is geen centrale registratie van) en de bijzondere bijstand
(laag inkomen en relatief hoge noodzakelijke kosten). Voor de bijzondere
bijstand is een hoog bereik ook geen doel op zich omdat per situatie wordt
bezien of er sprake is van een bijzondere of dringende situatie. Het
gepresenteerde bereik voor deze regelingen is daarom meer indicatief.
Definities:
Beleidsmatig minimum
Het wettelijk bestaansminimum zoals dat in de politieke
besluitvorming is vastgesteld.
Besteedbaar inkomen
Het besteedbaar inkomen bestaat uit het bruto-inkomen verminderd
met
-
betaalde inkomensoverdrachten zoals alimentatie van de ex-echtgeno(o)t(e),
-
premies inkomensverzekeringen zoals premies betaald voor sociale
verzekeringen, volksverzekeringen en particuliere verzekeringen in verband met
werkloosheid, arbeidsongeschiktheid en ouderdom en nabestaanden,
-
premies ziektekostenverzekeringen, en
-
belastingen op inkomen en vermogen.
Doelpopulatie beleidsmatig minimum
Particuliere huishoudens, exclusief studentenhuishoudens en
institutionele huishoudens, met het gehele jaar een inkomen.
Particulier huishouden
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf
daar niet-bedrijfsmatig voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.
Institutioneel huishouden
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en daar
bedrijfsmatig worden voorzien in dagelijkse levensbehoeften. Ook de huisvesting
vindt bedrijfsmatig plaats. Het gaat om personen in instellingen zoals
verpleeg-, verzorgings- en kindertehuizen, gezinsvervangende tehuizen,
revalidatiecentra en penitentiaire inrichtingen, die daar in principe voor
langere tijd (zullen) verblijven.
Type huishouden
Typering van een particulier huishouden op basis van de onderlinge
relaties van de personen binnen het huishouden.
Voornaamste inkomensbron van het huishouden
De bron waaruit een particulier huishouden in een jaar het meeste
inkomen ontvangt. In dit maatwerk wordt inkomen uit vermogen gerekend onder
"Overig en onbekend".
Gebruik gemeentelijke regeling
Minimaal één persoon binnen een huishouden maakt gebruik van
minimaal één gemeentelijke regeling voor minimabeleid. Binnen een huishouden
kan door meerdere personen van meerdere regelingen gebruik worden gemaakt.
Herkomstgroepering
In de CBS-indeling naar herkomstgroepering worden personen
ingedeeld op grond van hun geboorteland en dat van hun ouders. Personen met een
Nederlandse achtergrond zijn personen van wie beide ouders in Nederland geboren
zijn. Personen met een migratieachtergrond zijn personen van wie minstens één
ouder in het buitenland geboren is.
De volgende categorieën van herkomstgroepering worden
onderscheiden:
-
Nederlandse achtergrond;
-
Westerse migratieachtergrond. Het land van herkomst is gelegen in
Europa (met uitzondering van Nederland en Turkije), Noord-Amerika, Indonesië,
Japan of Oceanië;
-
Niet-westerse migratieachtergrond. Het land van herkomst is
Turkije of een land in Afrika, Azië (met uitzondering van Indonesië en Japan)
of Latijns-Amerika."
Hoofdkostwinner
De persoon in het huishouden met de belangrijkste
sociaaleconomische status. Wie binnen een huishouden de hoofdkostwinner is, is
afhankelijk van het inkomen en van de samenstelling van het huishouden. De
hoofdkostwinner wordt aan de hand van de volgende, achtereenvolgende te
hanteren criteria bepaald:
-
bij een eenoudergezin is in alle gevallen de ouder de
hoofdkostwinner;
-
bij (echt)paren is altijd een van de partners de hoofdkostwinner:
-
de partner met het hoogste inkomen uit onderneming (ook als dit
negatief is);
-
de partner met het hoogste persoonlijke inkomen;
-
degene met het hoogste inkomen uit onderneming (ook indien dit
negatief is);
-
degene met het hoogste persoonlijke inkomen."
Langdurig laag inkomen
Huishoudens die drie jaar of langer van een inkomen onder de
inkomensgrens moeten rondkomen.